Elke autoradio heeft elektriciteit nodig om te werken. Deze bestaat uit 3 draden.
1.Een constante plus draad, kleur GEEL op de ISO connector. Deze dient voor het geheugen van de radiozenders en andere features. De meeste auto’s gebruiken ook in de bekabeling ook een rode draad als constante plus. Indien de kleur niet aanwezig is kun je een Multimeter gebruiken om uit te zoeken waar een +12 Volt op staat. Meet dit in combinatie met de min / massa / chassis.
2.Een geschakelde plus draad, kleur ROOD, welke dient om de radio te voorzien van stroom om te kunnen werken. Is er geen gele draad van de autobedrading aanwezig, gebruik dan een Multimeter om uit te zoeken waar een +12 Volt op staat. Uiteraard moet deze alleen aanwezig zijn als het contactslot (sleutel) op aan staat en verdwijnen als deze op uit staat.
3.De massa draad / min, kleur zwart. Deze kan ook aan het chassis worden bevestigd
Blauwe draad, hier staat +12 Volt op als de radio aan gaat. Dit is de ‘Remote’ draad welke bedoeld is om een elektrische antenne te bedienen of een (eind) versterker.
Roze draad, deze wacht juist op een spanning (input). Dit is de ‘Telefoon Mute’. Deze zorgt ervoor dat het radio volume zacht gezet wordt om een gesprek te voeren.
Oranje draad. Dit is de ‘illumination’ draad. Als de autoradio ingebouwde verlichting heeft kán deze draad op de normale verlichting worden aangesloten. Zodra deze gaat branden gaan ook de verlichting van de radio aan. Als deze niet wordt aangesloten op de radio dan brandt de verlichting altijd.
Hopelijk kun je hiermee vooruit.